Strategisch beleidsplan

Vanuit het strategisch beleidsplan is een visie ontwikkeld op Professionaliseren.

In dialoog met (een brede afvaardiging van) medewerkers van alle GSF-locaties en op basis van literatuurstudie zijn vanuit het project Professionalisering GSF-definities over 5 begrippen geformuleerd, te weten over:

  • professional
  • professionaliteit
  • professionele ruimte
  • professionele cultuur
  • professionalisering


Begripsvorming GSF breed

De definities van professionele ruimte en professionele cultuur geven een goed beeld over wat de inzichten en normen zijn binnen de GSF ten aanzien van goed leraarschap.

De definitie voor professionele ruimte is:

De ruimte die je neemt én krijgt als medewerker van de GSF om een actieve bijdrage te leveren aan goed onderwijs. Het gaat daarbij om het vinden van een balans tussen creatieve vrijheid, innovatie, interne zeggenschap en aansluiting bij kaders van inspectie, GSF, school en team.

Daarnaast is het van belang om er bewust van te zijn dat professionele ruimte:

  • geen doel op zich is, maar een middel om het professionele doel te bereiken, namelijk verbetering van de kwaliteit van het onderwijs. In dit kader is het begrip handelingsvermogen van belang. Dat betekent: naast aandacht voor de individuele competenties van de medewerker, meer samenwerking in teams en aandacht voor de condities waaronder medewerkers werken (structuur en cultuur).
  • niet statisch is, maar een uitkomst van een continue dialoog tussen alle medewerkers. Dit betekent in afstemming met betrokkenen afspraken maken en continu zoeken naar mogelijkheden om de kwaliteit van het onderwijs samen te verbeteren.

De professionele cultuur krijgt binnen de GSF vorm in de volgende drie aspecten:

  • Samen werken aan onderwijsverbetering: teams van leraren en onderwijsondersteunend personeel, ondersteund door hun schoolleiding, werken actief samen om het onderwijs voor de leerling te verbeteren. Dit is een structureel, geleidelijk proces waarbij het hele team betrokken is.
  • Een open dialoog tussen medewerkers en leidinggevenden over expertises, kwaliteiten, gedeelde waarden, normen, opvattingen en werkwijzen. De kern van de professionele cultuur zit in het uitgangspunt dat iedereen gelijkwaardig is als mens, maar als professional dat niet iedereen gelijk is: de zogenoemde ‘erkende ongelijkheid’. Hiermee wordt onderkend dat ieders kwaliteiten op een verschillend vlak liggen.
  • Een open leerklimaat waarbij men:
    • van en met elkaar leert;
    • elkaar adviseert, elkaar aanspreekt en elkaar aan afspraken houdt;
    • met respect omgaat met leerlingen, ouders en collega’s;
    • initiatieven neemt en elkaar uitdaagt om het maximale resultaat te bereiken;
    • structureel kennis deelt.

Huizermaat

Voor het onderwijzend personeel op Huizermaat is de professionele ruimte en zeggenschap in ieder geval aanwezig in de taken als vakdocent en als mentor. Er is veel ruimte voor professionele ontwikkeling binnen de school. 

Ieder neemt als vakdocent deel aan de secties. Alle secties maken voor een nieuw schooljaar een ontwikkelplan voortkomend uit hun sectieplan, wat weer voortkomt uit het gezamenlijk geformuleerde schoolplan. In dit ontwikkelplan geven secties aan wat de aandachtspunten in het komende jaar zijn in het verzorgen van het onderwijs, voortkomend uit de visie van de school. De ontwikkeling is gericht op doelgericht werken, verzorgen van onderwijs op maat, begeleiden van leerlingen op hun (zelfgekozen) leerweg binnen het doelgerichte werken.

Vrijwel alle docenten op Huizermaat zijn mentor. Mentoren vormen met elkaar een team van de diverse afdelingen. Ieder neemt als mentor deel aan een team. Alle teams maken voor een nieuw schooljaar een teamplan voortkomend uit het schoolplan, gericht op concretisering van het onderwijs passend bij de visie van Huizermaat. Voor de mentoren betekent dat ondersteuning op maat van het primaire proces. Dit wordt voor een belangrijk deel vormgegeven in het vaardiger maken van leerlingen. Hierbij staan leren leren, het werken aan vaardigheden zoals: Huizermaatse vaardigheden: samenwerken, plannen, reflecteren, onderzoeken, presenteren, sociale vaardigheden, 21e eeuwse en executieve vaardigheden centraal. Ondersteuning kan ook bestaan uit aandacht voor Bildung, LOB en burgerschap.

Vakdocenten en mentoren zijn gericht op transfer tussen aandachtsgebieden uit secties en teams.

Zowel in secties als in teams wordt collectief en individueel geleerd en gewerkt aan onderdelen uit het ontwikkel- of teamplan voortkomend uit vragen uit de praktijk van alledag.

Daarnaast formuleren collega’s ook een eigen vraag gerelateerd aan het team- of het sectie-ontwikkelplan. Deze vraag en het beantwoorden hiervan binnen het kader van sectie of team, bijvoorbeeld middels intervisie of collegiale consultatie, maakt onderdeel uit van de gesprekkencyclus. Iedere medewerker van Huizermaat heeft jaarlijks een officieel gesprek binnen deze gesprekkencyclus.

Secties en teams komen regelmatig, ongeveer twee- of driewekelijks, samen op de daarvoor lesvrij geroosterde dinsdagmiddag.

Voor secties en teams zijn er op jaarbasis twee studiedagen op welke er in overleg met elkaar geleerd en gewerkt wordt aan thematiek passend bij het sectie-ontwikkel- of teamplan van het betreffende jaar. Met name op studiedagen is er ook ruimte om sectie-/team-overstijgend met elkaar te werken of leren op initiatief en/of verzoek van collega’s. Secties en teams kunnen gebruik maken van begeleiding en of inspiratie van externe deskundigen.

Op dinsdagmiddagen na team of sectie is er gelegenheid tot het elkaar uitnodigen voor of met elkaar organiseren van lezingen, presentaties en dialogen over onderwerpen die het onderwijs betreffen. Het bezoeken van deze bijeenkomsten is optioneel.

Voor Talentmentoren en -docenten is er een eigen coaching-traject binnen de school gericht op het verzorgen van passend onderwijs volgens de Huizermaatse visie voor hoogbegaafde leerlingen. Ook hierbij wordt op onderdelen en naar behoefte gebruik gemaakt externe deskundigheid.

Voor nieuwe en/of startende docenten is er een begeleidingstraject conform het inductieprogramma van de GSF.

Het onderwijsondersteunend personeel heeft in eigen geleding, zoals bijvoorbeeld secretariaat of zorg, een- of tweewekelijks een gesprek met de direct leidinggevende waarin professionele leervragen naar voren kunnen komen en waar intern of extern een passende training, cursus of ander onderwijs bij gezocht wordt om gezamenlijk of individueel, afhankelijk van de vraag te leren en zich te bekwamen.

Collega’s kunnen op eigen initiatief/verzoek ook professionaliseren buiten school. Dit gebeurt onder andere bij de GSF-Academie. Er wordt ook gebruik gemaakt van andere mogelijkheden. In team en sectie is ruimte om opgedane kennis en ervaring over buitenschools professionaliseren te delen.